Sven Down Under

Home

September | Oktober | November | December | Januari | Februari | Maart | April | Mei | Juni | Juli | Feiten | Cijfers | Foto's 1 | Foto's 2 | Foto's 3 | Foto's 4 | Foto's 5 | Foto's 6 | Links | New Year | London | Dublin | Chester | The Wedding
Juli

2002

In Darwin

3 juli

G'day!

De laatste keer dat ik jullie op de hoogte bracht van mijn leven down under was ik in de Internet Outpost in Broome. We zijn 2 weken verder en ik ben inmiddels aanbeland in de Internet Outpost in Darwin. In de tussentijd heb ik het hoogtepunt beleefd van 10 maanden Australië: de Kimberley-trip. Broome-Darwin, van dag tot dag:

Woensdag 19 juni:
Ik neem de bus van 13.35 uur naar Cable Beach. De hemel is blauw, de zon is fel en de temperatuur schommelt rond de 30 graden. Het leven is goed in Broome. Na een paar luie uren op het strand worden Heidi, Dave, Leigh-Anne, Karen en ik voorgesteld aan onze nieuwe vrienden. Ik word gekoppeld aan Jarena, die op z'n zachtst gezegd nogal wispelturig is. Jarena is een kameel, en ze voert me over Cable Beach en door Hidden Valley tijdens de fraaie zonsondergang. We rijden in konvooi - en hoewel het tergend langzaam gaat, hobbel ik alle kanten op. Het is een aparte ervaring om op een kameel te zitten, maar echt bijzonder is het niet. Paardrijden is een stuk spannender.

Donderdag 20 juni:

Dave, Leigh-Anne en Karen stappen op de bus naar Darwin en ik breng de dag door met Heidi. We hangen rond op Cable Beach tot het voedertijd is in Broome Crocodile Park, waar ik stiekem een slapende krokodil aanraak en ik word ingewijd in de verschillen tussen freshwater & saltwater crocs - freshies zijn op zich oke, salties zijn bloedlink. Al met al goed om te weten met het oog op mijn aanstaande trip door de Kimberley, waar het wemelt van de krokodillen. 's Avonds bekijken we Star Wars II in Sun Pictures, de oudste openluchtbioscoop ter wereld; de perfecte film voor het decor dat ons omgeeft: de sterren en de maan.

Vrijdag 21 juni:

Vanuit het zwembad in de Kimberley Klub zie ik hoe Ronaldinho Engeland naar huis schiet. Tijdens mijn laatste avond in Broome ga ik uit eten met Heidi en Dawn, van wie ik later afscheid neem in The Roebuck Bay Hotel. Ik neem foto's met Helen en met Emiel en ga te laat naar bed.

Zaterdag 22 juni:

Ik sta om 5 uur op. Even na zonsopgang word ik opgehaald door Tija, die de komende acht dagen mijn gids zal zijn tijdens de Adventure Tour door de Kimberley. Er is forse vertraging in Roebuck, we zien de Prison Tree in Derby (een holle boom waar aboriginals in gevangen werden gehouden) en we beginnen aan onze tocht over de Gibb River Road, een zandweg die ons dwars door het Kimberley-gebied zal brengen. Tegen zonsondergang slaan we ons eerste kamp op nabij Tunnel Creek. Het op het kampvuur bereide diner is uitstekend: barramundi en vers gebakken brood. De groep telt tal van nationaliteiten - Amerikanen (Eric en Jack), Canadezen (Amy en Grant), Engelsen (Moira, Vicky, Jo en David), Nederlanders (Claudia en ik), Zwitsers (Omar en Laurent), Japanners (Aja en Tomomi) en Nieuw-Zeelanders (Barbara). Een goede mix, zo zal gaandeweg blijken. We slapen onder de sterrenhemel, in een swag, een dikke slaapzak waarin een tweede slaapzak is gewikkeld.

Zondag 23 juni:

Ik sta om 5 uur op en warm mezelf aan het kampvuur. Vroeg in de ochtend waden we door het koude water in de Tunnel Creek-grot. Later spotten we talloze krokodillen (freshies) in Windjana Gorge. Eentje ligt zo diep te slapen dat ik voorzichtig heel dichtbij durf te komen. Aanraken is er deze keer niet bij. 's Middags maken we een lange wandeling naar Bells Gorge, waar een prachtige waterval is en een meer om in af te koelen. Het water is helder, de natuur groen en de lucht blauw; een sprookjesachtige plek. We overnachten ditmaal nabij Grave Creek - tussen de koeien.

Maandag 24 juni:

Ik sta om 5 uur op. Na een korte rit en dito wandeling nemen we vanuit de bomen een ochtendduik in het meer van Galvin Gorge, om even later een warme douche te nemen onder de waterval. De stilte is sereen, er zijn geen andere bezoekers en iedereen is het erover eens dat Galvin Gorge een absolute prachtplaats is. 's Middags doen we Barnett River Gorge aan. Ik zwem bovenop een waterval, doe een middagdutje en bouw met Laurent en Omar een zandkasteel op een verborgen strand, dat net groot genoeg is voor ons drieën. Als het donker begint te worden, houden we halt langs de Gibb River Road en doen we onze dagelijkse dingen: hout verzamelen voor het kampvuur, koken, afwassen. Na drie dagen beginnen de taakverdelingen zich af te tekenen. Ik zoek en vind een functie waarbij ik zo weinig mogelijk schade kan aanrichten: chef van het afwasteam.

Dinsdag 25 juni:

Ik sta om 5 uur op en werp me op het tweede baantje dat ik binnen de groep heb aangenomen: brood roosteren op het kampvuur. Onderweg naar Emma Gorge moet ik lachen om mezelf. Ik heb al 4 dagen dezelfde kleren aan, heb sinds zaterdag niet meer gedoucht, ben bedekt onder een dikke laag rood stof en heb pikzwarte voeten - the joys of bushcamping. Emma Gorge, een fikse wandeling verwijderd van El Questro, heeft voor ons een onaangename verrassing in petto. Bij gebrek aan zonlicht is het water in het watervalmeer ijs- en ijskoud. Gelukkig is er tussen de rotsen een warmwaterbad, waar ik op temperatuur kom. We overnachten in Parry Creek. Op een camping ditmaal, zodat ik eindelijk een douche kan nemen. We houden een barbecue en slapen buiten onder de nu volledig volle maan.

Woensdag 26 juni:

Ik sta om 5 uur op. We doen aan vogels kijken in de serene Marlgu billabong, bekijken de omgeving vanaf Telegraph Hill en zien de 5 grote rivieren van de Kimberley (de Pentecost, Durack, Forrest, King en Ord River) samenkomen vanaf de Five Rivers Lookout. Na de bevoorrading in Wyndham zetten we koers richting Purnululu National Park, oftewel de Bungle Bungles. De eerste indrukken zijn overweldigend; het gebergte kleurt prachtig rood en is indrukwekkend van omvang. We slapen naast het kampvuur en dat is maar goed ook, want het is koud.

Donderdag 27 juni:

Ik sta om 5 uur op. Vandaag is Bungle Bungles-dag. We beginnen met de Echidna Chasm, waar we wandelen door de smalle opening tussen de tientallen meters hoge rotsformaties. Daarna dalen we af naar de Froghole Gorge, die eindigt in een minuscuul meertje vol mini-kikkers. Tijdens de tocht naar Cathedral Gorge belanden we in het landschap dat de Bungle Bungles zo bijzonder maakt: de rode rotsen met zwarte strepen zijn niet alleen perfecte imitaties van enorme bijenkorven, maar lijken ook sprekend op de ruïnes van middeleeuwse kastelen. Ze geven me het gevoel dat ik een sprookjeswereld heb betreden. De terugrit vanuit het park is hels en lang. Bij gebrek aan beter slaan we in het donker ons kamp op langs de Great Northern Highway, in de nabijheid van Turkey Creek. We starten een kampvuur op de afrit van de snelweg - en zijn binnen de kortste keren georganiseerd. De nachtrust wordt verstoord door onophoudelijk geloei van koeien, en het gesnurk van een enkeling.

Vrijdag 28 juni:

Ik sta om 5 uur op. We keren terug in de bewoonde wereld en verkennen Kununurra, waar ik mezelf trakteer op een Chicken Treat. Daarna zwemmen we in Lake Argyle, het grootste kunstmatige meer van Australië. Aan het einde van de middag passeren we de grens tussen Western Australia en Northern Territory en wordt de klok vooruit gezet; anderhalf uur, om het makkelijk te maken. Ergens langs de Victoria Highway, in de buurt van Dick Creek, vinden we een geschikte plaats voor ons laatste kamp. We vieren Erics verjaardag en blijven lang op. Te lang.

Zaterdag 29 juni:

Ik sta om 5 uur op. Was het maar waar. Ik sta om half 5 op. Ik maak voor de laatste keer toast en stap in de bus terwijl het nog donker is. We ontwaken in de Katherine Hot Springs, een heerlijk warm, welkom bad. In Nitmiluk National Park doen we Edith Falls aan, waar ik een lange zwemtocht onderneem naar de voet van de waterval. De laatste stop is in Adelaide River. Daar word ik vereeuwigd met wijlen Charlie, de beroemde waterbuffel uit de eerste Crocodile Dundee-film. Om half 7 's avonds arriveren we in Darwin. In Chilli's Backpackers word ik herenigd met Dave en Leigh-Anne. Ik schrob mezelf schoon en breng de rest van de avond en nacht met de Kimberley-groep door in The Victoria Hotel.

Zondag 30 juni:

Ik sta om half 2 op. 's Middags, haha. Met moeite weersta ik de drang om een kampvuur te starten in de kamer. Ik zoek oude vrienden (Shelley en Heidrun) op en zak met Dave af naar The Vic, waar ik aan een tafel vol Duitse backpackers de WK-finale bekijk. Voor het eerst in mijn leven (en voor het laatst, laat dat duidelijk zijn) juich ik voor Brazilië. Daarna is het dansen tot diep in de nacht.

Maandag 1 juli:

Het is warm in Darwin, te warm om overdag iets te doen. Ik hang rond in Chilli's tot het tijd is om met Dave, Leigh-Anne en Shelley op weg te gaan naar Mindil Beach. Het is vandaag Northern Territory Day en het strand is afgeladen vol. Het gebruik van vuurwerk is toegestaan en de vuurpijlen vliegen me om de oren. Als het eenmaal donker is, wordt er vanuit een boot op zee een fantastisch slotvuurwerk ontstoken. We slenteren terug over de markt naast het strand en in de wirwar van kramen en karren ontwaar ik een kleine, witte caravan: De Poffertjes Winkel. Dave en Leigh-Anne worden ingewijd in het overheerlijke geheim dat poffertje heet in het Nederlands en mini pancake in het Engels. Ik voel me even, heel even weer thuis.

Dinsdag 2 juli:

Vandaag staat in het teken van een dagtrip naar Litchfield, een National Park op een steenworp van Darwin. Na 2 uur (een steenworp in Australië) betreden we het park en sta ik naast het pronkstuk van de plaatselijke termietenbevolking: een 7 meter hoge termietenheuvel. Daarna spring ik vanaf de rotsen in de Buley Rockhole, neem ik een duik in het meer van Wangi Falls, bekijk ik Tolmer Falls en zwem ik rond in het kleine, overbevolkte meer van Florence Falls. Het is een heerlijk dagje uit. Litchfield is een prachtig park, alleen is het nogal druk; en na de Kimberley, waar we een week lang nauwelijks een levende ziel tegenkwamen, is dat even wennen. Met mijn reisgenoten Rob, Janine en Katie en met Dave en Leigh-Anne eet ik gratis in The Vic. We krijgen gezelschap van Eric, Aja en Tomomi, van Shelley en Marcus, en vormen een team voor de Trivia Quiz. Ik presteer goed tijdens het muzikale gedeelte, Dave is in topvorm, we winnen tussentijds 2 jugs bier, en kunnen even later 50 dollar spenderen aan de bar. Kortom: gewonnen!

En toen was het woensdag. Ik heb de afgelopen 3 uur doorgebracht achter de computer en heb geen idee wat ik straks ga doen; misschien naar het strand, misschien ook niet. Dat is leven in Darwin: niks moet. Darwin is nog meer relaxed dan Broome, waar ik elke dag onder druk stond om de middagbus naar Cable Beach niet te missen. Haha. Wat een leven, wat een leven.

Tot slot: gisteren ben ik een oude bekende tegengekomen. Ik zag haar in zomaar een straat in Darwin en had geen tijd om haar te begroeten omdat ik in de bus zat. Ze zag er goed uit en stond te blinken in de zon, zoals ze in oktober en november vorig jaar dagelijks stond te blinken aan de oostkust. Een rode Ford Falcon, New South Wales-nummerplaat ADQ 56Q: Red Vern. Sindsdien word ik overspoeld met herinneringen en begin ik te beseffen dat ik over minder dan een maand weer thuis ben. Minder dan een maand...

Anyway, dit was wel weer genoeg voor vandaag. Zaterdag begint mijn 15-daagse tour van Darwin naar Alice Springs, dus ik denk niet dat jullie voorlopig veel van me zullen horen. Ook het verzoek om me alsjeblieft even geen grote bestanden, foto's of Forward-berichten te versturen, want afgelopen week is mijn Inbox ontploft en het kostte nogal wat moeite om de schade te herstellen. Alvast bedankt.

Ik hoop dat jullie kunnen genieten van een mooie zomer in Nederland. Maak er wat van.

Tot gauw,

Sven

++++++++++

Kakadu, Uluru, klaar

24 juli

G'day!

Groeten uit een regenachtig Perth - lekker Hollands weer voor mijn laatste week in Australië. Na 7 weken ben ik terug waar ik begonnen was, terug in mijn favoriete stad en terug bij Julie. In die 7 weken heb ik bijna 15.000 kilometer gereisd, waarvan het grootste deel over verlaten snelwegen en abominabele zandpaden. Van Perth naar Broome naar Darwin naar Alice Springs naar Adelaide en naar Perth: een slottrip van formaat. Ook mijn laatste 15 dagen on the road waren een succes, ik heb ULURU gezien, de magische rots in het hart van Australië, en ben verslingerd geraakt aan de totale leegte in de outback. De hoogtepunten, in chronologische volgorde:

Zaterdag 6 juli:

Mijn 15-daagse Adventure Tour van Darwin naar Adelaide begint met een 3-daags bezoek aan Kakadu National Park. Wes is de gids, en via Fogg Dam, Window on the Wetlands en de termietenheuvels langs de Arnhem Highway brengt hij ons naar Point Stuart in Mary River National Park, waar we een culturele wandeling maken onder leiding van aboriginal Kevin, die weinig succes heeft met zijn lessen in speerwerpen, maar er wel voor zorgt dat Sven binnen de kortste keren de ene na de andere abo-dans onder de knie heeft. Daarna worden we ingescheept op een boot in de Rockhole billabong, de woonplaats van talloze krokodillen, zowel freshies als salties. Terug in Point Stuart worden we uitgenodigd voor een traditionele aboriginal corroborree. Er is zang, er is dans, en ik blijk de lessen van die middag nog niet vergeten te zijn. Erger is dat ik, ditmaal broodnuchter, ontdek dat ik dans als een aboriginal zodra ik te veel gedronken heb. Een schrikbarende gedachte, mensen.

Zondag 7 juli:

Onderweg naar Ubirr stoppen we bij de Mamukala birdhide, verzamelplaats voor de unieke vogels van Kakadu. In Ubirr bekijken we de eeuwenoude rotstekeningen van de aboriginals en beklimmen we de heuvel voor een prachtig uitzicht over de wetlands in Kakadu. Via Bowali belanden we in Maguk (Barramundi Gorge), een idyllisch bergmeertje dat zo diep is dat je er met gemak vanaf de rotsen in kunt springen. Ik begin met de 6-meter optie en overwin uiteindelijk ook mijn angst voor de 8-meter sprong. Secondenlang zweef ik door de lucht, een vrije val die herinneringen aan mijn bungyjump oproept. De zon zien we die avond ondergaan vanaf de rimpelloze Yellow Waters-plas, en de nacht brengen we door in Cooinda.

Maandag 8 juli:

We gaan al vroeg op weg naar Jim Jim Falls, een waterval van 215 meter hoog... zonder water!! In de winter valt Jim Jim Falls droog, zodat je met gemak naar de bodem kunt lopen, maar in het regenseizoen is het er zo nat en zo hels dat het hele gebied ontoegankelijk is. Kakadu is een plaats van contrasten. De tweede trekpleister, Twin Falls, stroomt wél het hele jaar door. Het is een dubbele waterval die wordt omgeven door rotsen en een strand. Om het strand te bereiken, is een zwemtocht van 600 tot 800 meter vereist. De zon schijnt, het water is warm en er is geen krokodil te bekennen. We hangen de rest van de ochtend door rond Twin Falls en keren daarna via de Old Jim Jim Road terug naar Darwin. Daar neem ik 's avonds laat definitief afscheid van Dave, Leigh-Anne, Heidrun én The Vic.

Dinsdag 9 juli:

De eerste tussenstop na een vroeg vertrek uit Darwin is in Adelaide River, waar waterbuffel Charlie uit de Crocodile Dundee-film nog altijd de wacht houdt over de plaatselijke pub. Ik maak kennis met een koppel uit Nederland, Ralph en Bianca, die me op mijn beurt laten kennismaken met de euro. Een halfjaar na de introductie heb ik eindelijk de eerste Nederlandse euro's in handen. In Nitmiluk National Park maken we die middag een boottocht door Katherine Gorge. We zien krokodillen, maar het is zo warm dat ik desondanks naderhand het water induik om af te koelen. We kamperen in Katherine.

Woensdag 10 juli:

Om 8 uur 's ochtends duikt de halve bus de Mataranka thermal pool in. Het water is heerlijk warm, alleen zodra je zo dom bent om het water te verlaten voelt het alsof je bevriest. Later die ochtend zien we hoe een ver boven het water uittorende barramundi wordt gevoerd in Mataranka en beginnen we aan de reis naar Daly Waters. De Daly Waters Pub is beroemd omdat iedere bezoeker de kans krijgt om een persoonlijke noot achter te laten. De muren zijn er bezaaid met foto's, kaarten en andere rotzooi. Ik doneer mijn Club Card van de RSL in Bronte (Sydney). Voor wie ooit nog eens in Daly Waters belandt en wil controleren of ik er werkelijk ben geweest: stap naar links als je binnenkomt en kijk boven het raam. Na een lange rit arriveren we in Tennant Creek, de slaapplaats van die nacht.

Donderdag 11 juli:

We beginnen de dag met een tour door een van de goudmijnen in Tennant Creek. Even later sta ik oog-in-oog met de Devil's Marbles, 2 enorme ronde rotsen die zij-aan-zij balanceren op een andere rots. Tot mijn verrassing blijken er meer dan 2 Devil's Marbles te zijn; een stuk of 100, om precies te zijn. We stoppen nog in Wycliffe Well, waar veruit de meeste UFO's in Australië worden gespot, en in Ti Tree, waar ik de eerste souvenirs insla, maar tegen de avond komen we dan eindelijk aan in Alice Springs. In Melanka's nemen we deel aan de reptielenshow, wat erop uitdraait dat ik op een gegeven moment op het podium sta met een lange, zware, zachte SLANG om m'n nek, en een ander vervaarlijk uitziend schepsel (een hagedis) in m'n handen. Omdat ik mijn camera ben vergeten mee te nemen, zijn er geen foto's van mijn dappere optreden en mijn daaropvolgende aboriginal imitaties op de tafels in Melanka's. Een voorteken, zal later blijken.

Vrijdag 12 juli:

Ik krijg eindelijk de kans om uit te slapen, wat ik dan ook doe. Later op de dag bezoek ik het museum van de Royal Flying Doctors Service, en ga ik met mijn reisgenoten Rieke, Yuka en Nicky op weg naar de top van Anzac Hill, waar we de zon zien ondergaan boven Alice Springs en mijn camera vreemd begint te doen. In Melanka's is er 's avonds een warm weerzien met Heidi, dat uitdraait op een lange nacht.

Zaterdag 13 juli:

Met Heidi, Rieke, Yuka en Nicky neem ik de bus naar de Camel Cup, de jaarlijkse kamelenrace in Alice Springs. Het is een apart gezicht om de kamelen met een rotvaart over de renbaan te zien jakkeren. Ook de start is een waar spektakel, met knielende kamelen die na het startschot de hoogte in schieten. Dan word ik getroffen door een van de grootste rampen die een reiziger kan overkomen: mijn camera begeeft het. Ik spoed me terug naar Alice Springs en schaf een instantding aan voor het laatste deel van de trip. Allesbehalve ideaal, maar beter dan niks. Die avond doe ik de was, eet ik met Heidi en pak ik (weinig efficiënt, als altijd) mijn rugzak in. Op naar ULURU.

Zondag 14 juli:

Met gids Cleggy en 11 anderen, onder wie reisgenoten van het eerste uur Rieke en Yuka, verlaat ik Alice Springs. Na een forse rit bereiken we Watarrka National Park. Daar maken we een lange wandeling langs Kings Canyon, die duizelingwekkend steil en hoog is. Het water in de Garden of Eden is ijskoud, dus van zwemmen komt het niet. Tegen het eind van de middag stappen we de bus weer in voor de volgende lange rit, ditmaal naar Yulara, een plaatsje aan de voet van ULURU. We komen er laat in de avond aan en slapen, bij gebrek aan tenten, in swags. Het vriest, en ik beleef de koudste nacht van mijn hele reis. Koud? Stervenskoud!

Maandag 15 juli:

Het is nog donker als we vertrekken richting ULURU. Terwijl de Star Wars-soundtrack door de bus knettert, doemt de grote rots in de schemering voor ons op. Het is een fantastisch moment, waar ik maandenlang naar heb uitgekeken. Eindelijk heb ik ULURU bereikt, het hart van Australië. We parkeren vlakbij de rots en ontbijten met bacon en eggs tijdens de zonsopgang, die The Rock razendsnel doet verkleuren van donkerrood naar rood naar vuurrood. De daaropvolgende tweeënhalf uur wandel ik om ULURU heen en verbaas ik me over de grote hoeveelheid mensen die de rots beklimmen. Stuk voor stuk negeren ze het dringende verzoek van de plaatselijke bevolking om de rots niet te beklimmen vanwege de heilige plaats die ULURU inneemt in de geschiedenis van de aboriginals. Erg jammer. 's Middags onderneem ik een tweede prachtige wandeltocht, ditmaal in de Valley of the Winds nabij Kata Tjuta, een bijzondere verzameling geronde rotsen van vele miljoenen jaren oud. Daarna keren we terug naar ULURU voor zonsondergang met champagne. M'n voeten doen zeer, en zodra we weer in Yulara zijn claim ik een swag én een tent voor de nacht die volgt. Het helpt.

Dinsdag 16 juli:

Van een afstandje zien we vanuit Yulara hoe de zon ULURU en Kata Tjuta in vuur en vlam zet. We passeren Mount Connor en belanden via de Mulga Park Road (een groot woord voor deze zandweg) op de Stuart Highway. We lunchen op de grens van Northern Territory en South Australia en halen slaap in tijdens de lange tocht naar Coober Pedy, de opaalhoofdstad van de wereld. Om de extreme weersomstandigheden het hoofd te bieden, woont het gros van de bevolking er onder de grond. We slapen in een ondergronds bunkhouse, waar het lekker warm is.

Woensdag 17 juli:

Coober Pedy heeft veel weg van een desolaat maanlandschap. Overal zie je putten in de grond en zandheuvels met opaalmijnen OF huizen eronder verborgen. Na een demonstratie opaalsnijden in de Umoona Mine krijg ik de tijd voor het kopen van cadeautjes. Mijn ogen duizelen al gauw van de schitterende edelstenen die alle mogelijke kleuren aannemen. Na de lunch in het Breakaways-gebergte, waar Mad Max Beyond Thunderdome en Priscilla, Queen of the Desert zijn gefilmd, gaan we de Oodnadatta Track op, een B-weg middenin de outback. Onderweg passeren we de Dog Fence, een honderden kilometers lang hek dat honden en dingo's tegen moet houden, en 's werelds grootste veestation, omvang 30.000 vierkante kilometer. We houden halt in William Creek, omvang 2 (de eigenaar van de pub en zijn vrouw). Een pub, een camping en dat is het. Later die avond laat ik mijn (verlopen) ANWB-kaart achter aan de muur in The William Creek Hotel. Een tweede bewijs van mijn bezoek aan de Australische outback.

Donderdag 18 juli:

Via het oude traject van de Ghan Railway volgen we de Oodnadatta Track. We zien borrelend drijfzand in Wabma Kadarbu National Park en spelen uitgelaten footy op Lake Eyre South, een immens opgedroogd zoutmeer. Lunch is in Maree, waar de Oodnadatta Track de legendarische Birdsville Track kruist. We kamperen in Arkaroola, gelegen in het noorden van het Flinders Ranges-gebergte.

Vrijdag 19 juli:

We verkennen de Arkaroola Sanctuary, spotten rock wallabies in de rotsen, en ik zie mijn eerste wallaroos, een kruising tussen wallabies en kangoeroes. Vanuit Wilpena maken we halverwege de middag een lange en zware wandeltocht naar de top van Mount Ohlssen, waar we worden beloond met een prachtig weids uitzicht over Wilpena Pound, een vlakte die volledig wordt omringd door een keten van heuvels. In Wilpena slaap ik die nacht in de buitenlucht, voorlopig voor het laatst.

Zaterdag 20 juli:

We starten de dag met autopech en brengen de ochtend al kaartend door in een garage in Hawker. Eenmaal onderweg stoppen we nog één keer, om wijn te proeven in Clare Valley, en dan is het gas geven tot Adelaide. Daar zeg ik 's nachts Cleggy, Rieke, Yuka, Matt en Jay vaarwel en slaap ik voor de laatste keer in een hostelbed. Hoera!

Zondag 21 juli:

Dit is een dag waar ik wekenlang naar heb uitgekeken. Mijn vlucht naar Perth duurt drieënhalf uur en verloopt perfect. Julie pikt me op van het vliegveld en ik trek tijdelijk bij haar in. Het is een heerlijk gevoel om haar weer te zien, ik heb haar gemist terwijl ik aan het reizen was. De laatste anderhalve week is van ons...

De laatste anderhalve week is inmiddels de laatste week geworden. Over 7 dagen ben ik terug thuis! Ik voer weinig meer uit, heb gisteravond gegeten met Julie en haar ouders, heb vanochtend mijn Australische bankrekening opgezegd (7 dollar schuld!) en ga zometeen m'n foto's ophalen. De dagen vliegen voorbij.

Ik kijk er erg naar uit om mijn ouders weer te zien. Om weer even in Nederland te zijn. Om eindelijk weer eens fatsoenlijke mayonaise te eten, en kroketten en frikadellen. Een lekker vooruitzicht. En het mosselseizoen is weer begonnen!

Maar eigenlijk wil ik helemaal niet weg. Ik ben verslingerd geraakt aan Australië, ik houd van de mensen en het leven hier. Ik wil niet zeggen dat het beter is dan het leven in Nederland, maar het is in elk geval anders - en warmer.

Misschien ga ik ooit terug. Misschien ook niet. Hoe dan ook, de afgelopen 11 maanden neemt niemand me meer af. Het is een onvergetelijke tijd geweest.

Ik beloof jullie nog één keer te mailen voordat ik vertrek. Iedereen een mooie week gewenst, met hopelijk mooi weer. Bestel de zon maar alvast voor volgende week.

Tot gauw,

Sven

++++++++++

Naar Nederland

29 juli

G'day!

Dat was het dan. Op deze warme, onbewolkte maandagmiddag in Perth heb ik voor de laatste keer plaatsgenomen achter de computer om jullie op de hoogte te brengen van wat ik zoal heb beleefd. Niet veel - behalve een lang afscheidsweekend in het Australische nachtleven met Julie is er sinds mijn terugkeer in Perth weinig gebeurd.

Ik e-mail eigenlijk alleen maar om jullie te bedanken voor alle mails en berichten die ik het afgelopen jaar heb ontvangen tijdens mijn verblijf in Australië en Nieuw-Zeeland. Het was altijd bijzonder prettig om te lezen wat er in dat kleine landje aan de andere kant van de wereld aan de hand was - en dat was nogal wat.

Julie brengt me morgenochtend naar het vliegveld, waar ik even na de middag vertrek voor mijn vlucht naar Hongkong. Daar moet ik een paar uur wachten voor ik om middernacht naar Schiphol vlieg. Als het allemaal goed gaat, ben ik woensdagochtend rond half 7 terug in Nederland.

Maar de ziel reist te paard, zeggen ze. Ik denk dat het nog wel even zal duren voor ik ook met mijn hoofd en mijn hart weer in Nederland ben. Wat overblijft, zijn herinneringen aan een overweldigend jaar.

Iedereen nogmaals bedankt. Ik hoop jullie gauw weer te zien.

Sven

++++++++++