Sven Down Under

Home

September | Oktober | November | December | Januari | Februari | Maart | April | Mei | Juni | Juli | Feiten | Cijfers | Foto's 1 | Foto's 2 | Foto's 3 | Foto's 4 | Foto's 5 | Foto's 6 | Links | New Year | London | Dublin | Chester | The Wedding
Februari

2002

Dierendagen
 
5 februari
 
Kia ora!

Over 5 uur vertrekt mijn bus van Christchurch naar Kaikoura, en in de tussentijd maak ik gebruik van de gelegenheid om jullie op de hoogte te brengen van wat ik de afgelopen week zoal heb gedaan. Het is woensdag 6 februari, oftewel Waitangi Day, de nationale feestdag in Nieuw-Zeeland. En het regent, volledig volgens de nationale traditie.

Het is vandaag ook een week geleden dat ik, nauwelijks hersteld van mijn bungyjump, vanuit Queenstown een trip heb gemaakt naar Milford Sound, het fjordengebied in het zuidwesten van het zuidereiland. De busrit was lang (5 uur heen, 5 uur terug) en soms enerverend; je rijdt niet iedere dag met een bus door een eindeloze, onverlichte tunnel (de Homer Tunnel) waarin alleen eenrichtingsverkeer mogelijk is. Samen met Georgina, Stefan en Jenny werd ik uiteindelijk ingescheept op een boot voor een uitgebreide cruise langs de fjorden, die vele malen groter en indrukwekkender waren dan ik me had voorgesteld. Het weer was prachtig, wat uitzonderlijk is voor Milford Sound, normaal het natste gebied van heel Nieuw-Zeeland. Het had al 7 dagen niet geregend, waardoor zelfs de watervallen begonnen op te drogen. De zeehonden lagen lekker te slapen in de zon en de dolfijnen waren zo opgetogen dat ze onze boot met veel kabaal begeleidden naar de Tasman Sea. Het was het begin van mijn week tussen de dieren.

Op de terugweg van Milford Sound (via Te Anau) naar Queenstown zag ik ook de gebruikelijke koeien en schapen weer. En een dag later zat ik plotseling op een paard. Nadat ik eerst in alle vroegte het gebergte rond Queenstown, de Remarkables, had beklommen om Georgina te zien hanggliden, werd ik 's middags naar Glenorchy gebracht, zo'n 50 kilometer ten noordwesten van Queenstown. Daar werd ik voorgesteld aan Chester, een 6 jaar oude bruine hengst die de zware taak had om mij de daaropvolgende uren veilig en comfortabel door het gebied rond de Dart River te loodsen. Het was de eerste keer dat ik op een paard zat, maar Chester deed er alles aan om het me zo gemakkelijk mogelijk te maken. Ik hoefde zelfs niet eens richting aan te geven, want hij was degene die de route bepaalde. En als ik aangaf dat het wel wat sneller kon, hield meneer demonstratief halt voor een uitgebreide lunch van gras en klaver. Maar verder waren we goede vrienden, Chester en ik, en aan het einde van de middag viel het afscheid ons beiden dan ook zwaar - maar het uitwisselen van e-mailadressen vond Chester gelukkig ook net iets te ver gaan.

Ook de avond stond in het teken van afscheid nemen, want Georgina, Stefan, Jenny en een boel andere bekende Magic-gezichten maakten zich gereed voor vertrek. Ik bleef (dronken) achter in Queenstown, waar ik de dagen daarna bijzonder weinig uitvoerde; deels omdat ik vanwege de pijn in mijn rug en mijn benen, overgehouden aan het paardrijden, geen stap kon verzetten. Ik heb urenlang cricket gekeken in de pub en ben op stap geweest met mijn kamergenoten: Carl uit Melbourne, een Australier met een Nederlandse vader, en Dallas en Ruth, eveneens uit Melbourne, die er een sport van maakten om wildvreemde mensen op straat ten dans te vragen. Knettergek!

Zondagochtend vroeg heb ik Queenstown verlaten voor een bizarre rit met de Magic-bus naar Dunedin. Bizar, omdat ik onderweg (in de bus!) werd gestoken door een wesp en tijdens de tussenstop in Alexandra stad en land heb afgezocht naar een middel om de pijn te verzachten. Ik heb wel eens leukere zondagochtenden meegemaakt. Ik dacht ook het hooggebergte achter me gelaten te hebben, maar dat was een misrekening. Nog nooit zulke steile straten gezien als in Dunedin - Baldwin Street is officieel zelfs de steilste straat ter wereld!

Ik ben 2 dagen in Dunedin geweest. De eerste dag heb ik 8 uur aan een stuk cricket gekeken (je moet wat over hebben voor je nieuwe liefde) en de tweede dag heb ik (behalve aan e-mailen in de supermarkt!!!) besteed aan een uitmuntende Wildlife Tour. Plaats van handeling was The Otago Peninsula, een schiereiland aan de oostkust van het zuidereiland, op een steenworp afstand van Dunedin. Ik heb er 5 unieke diersoorten gezien:

- Royal Albatross: de albatros. De grootste vogel ter wereld, ruim een meter groot, met vleugels die een spanwijdte van meer dan 3 meter kunnen bereiken. Net een vliegtuig!
- Blue Penguin: de kleinste pinguin ter wereld. Gezien in een nest in een muur, dat even groot was als een baksteen.
- New Zealand Fur Seal: de zeehond. Houdt erg van slapen. Wat is dat toch met die zeehonden?
- Yellow Eyed Penguin: de zeldzaamste pinguin ter wereld. Tegen de avond spoelen ze aan op het strand en beginnen ze aan hun onhandige tocht naar de rotsen, waar ze overnachten. Van dichtbij gezien - en vooral gehoord. (Hun Maori-naam is 'hoiho': lawaaimaker.)
- Hooker Sealion: de zeeleeuw. Logge beesten, maar indrukwekkende verschijningen. Vermijd het gebruik van de flits op je camera als je ze fotografeert, want dan zetten ze de achtervolging in, zoals mij (bijna) overkwam. De Hooker Sealion en de Yellow Eyed Penguin zijn zo zeldzaam dat ze alleen in Nieuw-Zeeland voorkomen.

Tegen het einde van de trip begon het te regenen. Dat was maandagavond. Het is inmiddels woensdagmiddag en het regent nog steeds. Gisteren heb ik de hele dag geslapen in de bus van Dunedin naar Christchurch en ik ben van plan om straks, als ik op weg ga naar Kaikoura, hetzelfde te doen. In Kaikoura ga ik morgen (als het weer het toelaat) de zee op voor whale watching, walvissen kijken. Zaterdag keer ik terug naar Christchurch; van daaruit vlieg ik een paar dagen later weer naar Australie.

Ook de tijd vliegt. Dit is alweer mijn laatste week in Nieuw-Zeeland, die hopelijk net zo geslaagd wordt als de voorgaande maand. Ik houd jullie op de hoogte!

Tot gauw,

Sven

PS: Ik zag tot mijn verbazing dat het huwelijk van Alex en Maxima de kolommen van The Otago Daily Times in Dunedin had gehaald. Hebben jullie er in Nederland nog iets van meegekregen? :-)

PS: Mochten mijn oud-collega's van de PZC-sportredactie na het lezen van een bepaalde passage de illusie hebben dat ik, na mijn terugkeer, beschikbaar ben voor een functie als assistent-medewerker paardensport, dan wil ik ze bij deze graag uit de droom helpen. Voor het terug in de Noordzee helpen van gestrande zeehonden houd ik me echter van harte aanbevolen.

++++++++++
 
Geluk
 
9 februari
 
Kia ora!

Vandaag heb ik mijn kleren maar weer eens uitgewassen, morgen gaat mijn slaapzak de wasmachine in en stuur ik mijn foto's en mijn Lonely Planet New Zealand in een grote doos naar huis. Jullie begrijpen het misschien al: de tijd is gekomen om afscheid te nemen van Nieuw-Zeeland. Met pijn in het hart.

Mijn laatste dagen in Kiwi Land hebben voornamelijk in het teken gestaan van wachten. Wachten op beter weer, om precies te zijn. Toen ik afgelopen woensdag met de bus van Christchurch naar Kaikoura reisde, stormde het zo hard aan de oostkust van het zuidereiland dat de zeehonden op de weg lagen. Echt gebeurd!

De dagen daarna bleef het onrustig. Omdat het te hard waaide op zee, werden alle whalewatch-boten zowel donderdag als vrijdag uit de vaart gehaald. En uitgerekend voor 'whale watching', walvissen kijken, was ik naar Kaikoura gekomen, vooral omdat de kans dat je daar een walvis ziet nog groter is dan de kans dat je er een schaap tegenkomt.

Ik moest mezelf dus zien te vermaken in Kaikoura. Dat lukte aardig, want de Melbourne-meisjes Dallas en Ruth waren in de buurt en ik kwam er ook de Nederlandse Magic'ers Simone en Richarda weer tegen, met wie ik eerder in Dunedin de Wildlife Tour had gedaan. Zij waren het ook die me vrijdagmiddag overhaalden om samen met hen te gaan paardrijden, even buiten Kaikoura, aan de voet van Mount Fyffe.

Met mijn geslaagde debuut en de perfecte samenwerking met vriend-voor-het-leven Chester in Glenorchy nog in mijn achterhoofd, sprong ik vol vertrouwen op de rug van Prince. De tocht die volgde was allerminst eenvoudig voor mijn nieuwe metgezel, die zijn uiterste best moest doen om niet ten val te komen tijdens het berijden van de smalle, gladde en modderige paden, het beklimmen van de steile heuvels en het oversteken van rivieren. Het was een mooie middag, die ik verrassenderwijs zonder spierpijn heb afgesloten.

Omdat ik zaterdagmiddag weer werd verwacht in de bus naar Christchurch, was zaterdagochtend mijn laatste kans om nog een glimp van een walvis te zien. Ik was, volledig willekeurig, ingedeeld op de boot van 7.45 uur. Dat was achteraf gezien mijn grote geluk, want het is de enige van de 16 boten die zaterdag het water op is gegaan. Voor alle andere boten waren de golven nog steeds te hoog. Om mijn onvoorstelbare geluk aan te geven: in 4 dagen tijd is er in Kaikoura precies 1 boot uitgevaren, in plaats van de gebruikelijke 64, en op die ene boot zat IK!

Ik heb in totaal 3 walvissen gezien. Telkens kwamen ze een paar minuten aan de oppervlakte, waarbij je een deel van hun enorme, meterslange kop en rug kon zien, en spoten ze water hoog de lucht in. Als ze onder water verdwenen, kwamen ze een paar seconden later nog eenmaal boven om hun achterlijf op te richten en hun staart in de lucht te slaan. Daarna doken ze weer naar beneden, tientallen meters diep.

Je voelt je klein als je zo'n immens beest van dichtbij ziet. Als je dolfijnen van dichtbij ziet, voel je je vooral onhandig, zeker als een van hen besluit zijn publiek te vermaken met een serie salto's! Ik heb zeker 50 dolfijnen gezien. Op een gegeven moment kwam je ogen tekort om ze allemaal te zien, want ze zwommen en sprongen voor, achter, links en rechts van de boot. Behalve walvissen en dolfijnen heb ik ook zeehonden gezien, die zoals verwacht lagen te slapen op een rots, en albatrossen. Alweer zeehonden en albatrossen, zei hij verwend.

Sinds gistermiddag ben ik dus terug in Christchurch. Ik heb gisteravond afscheid genomen van Anna, een Engels meisje dat ik hier eerder deze week had leren kennen. Ze is vanochtend vroeg vertrokken naar India; dat is nog eens een ander avontuur dan Australie!

Maar voor iemand die nooit zo avontuurlijk is geweest, is Australie ook al heel wat. Ik vlieg dinsdagochtend met Qantas van Christchurch naar Melbourne. Om 6.25 uur! Wat erop neerkomt dat ik om 3 uur 's nachts moet opstaan om op tijd op het vliegveld te zijn. Het leven van een backpacker valt niet mee, mensen.

Hoewel? Ik kan terugkijken op een fantastische tijd in Nieuw-Zeeland, 5 weken die ik nooit zal vergeten. Ik ben van een brug gesprongen, ik heb gletsjers beklommen en walvissen gezien, gezwommen in een koude grot en in een sprookjesachtige zee, een helikoptervlucht gemaakt, en ademloos gekeken naar geisers, vulkanen, fjorden, gouden stranden, dolfijnen, zeeleeuwen en schapen - miljoenen schapen. Dat was Nieuw-Zeeland; prachtig, prachtig land.

Als ik in Melbourne ben, meld ik me weer.

Tot gauw,

Sven

++++++++++

Melbourne
 
19 februari
 
G'day!

Vandaag is het alweer een week geleden dat ik ben teruggekeerd in Australie. Tijd voor een update.

Mijn laatste dagen in Nieuw-Zeeland waren bijzonder relaxed. Ik ben lekker tot rust gekomen, onder meer in de Botanic Gardens, waar ik een woord van 28 letters heb bezocht; een openluchttheatervoorstelling. Het was een geslaagde komedie over de geschiedenis van Nieuw-Zeeland. Ik weet nu dat er in ieder geval een theatergezelschap in de wereld is dat gelooft dat de mensen in het oude Zeeland zo lelijk waren dat de andere Nederlanders helemaal naar de andere kant van de wereld, naar Nieuw-Zeeland dus, zijn gevlucht om ze te ontlopen. Gelukkig weten jullie wel beter. Toch? Eh...

Vanuit Christchurch ben ik dinsdagochtend in alle vroegte op het vliegtuig naar Melbourne gestapt. Het werd me al snel duidelijk dat het niet bepaald en/of bepaald niet mijn geluksdag was. Om kwart over 3 's nachts opgestaan, om 4 uur met de bus naar het vliegtuig gebracht, om half 7 (Nieuw-Zeelandse tijd) opgestegen, om kwart voor 8 (Australische tijd) geland, 3 uur lang in de rij gestaan voor de douane, de quarantaine en mijn bagage, vervolgens nog eens 2 uur op de bus naar de stad gewacht, en er in de tussentijd achter gekomen dat mijn bankpas niet meer werkte en ik dus geen geld meer had. Wat een feest, wat een feest.

Maar een busrit en een paniektelefoontje naar het thuisfront later zag de wereld er alweer wat beter uit, want dat was het moment dat ik oog in oog kwam te staan met St. Kilda, een leuke, levendige wijk aan het strand, even buiten het centrum van Melbourne. De bevolking is een interessante, verre van alledaagse mix van nouveau riche en het schuim der natie, de zonsondergang op het strand is spectaculair, en ook het nachtleven is, hoe zal ik het zeggen, in orde bevonden.

Mijn eerste dagen in St. Kilda heb ik doorgebracht in The Coffee Palace, vooral omdat ik daar een oude kennis wilde verrassen: Astrid. Een paar maanden voordat we beiden naar Australie vertrokken kwamen Astrid en ik met elkaar in contact via e-mail. We hebben elkaar in september ontmoet in The Castle in Sydney, en sindsdien zijn we allebei onze eigen weg gegaan, maar we bleven elkaar regelmatig al mailend op de hoogte houden van onze bevindingen down under.

Het was een prettig weerzien. Astrid verblijft (woont is misschien een beter woord) al meer dan 2 maanden in The Coffee Palace. Ik ben er tot gisteren geweest, maar na een bizarre nacht, waarin mijn kamergenote uit Nieuw-Zeeland stomdronken uit haar stapelbed viel en vervolgens de halve kamer onder kotste, heb ik het er maar voor gezien gehouden en ben ik verhuisd naar een ander hostel, The Leopard House. Aan de overkant van de straat, dus zelfs voor mij op loopafstand.

En daar belandde ik weer op een kamer met Lars, niet alleen maandenlang mijn reisgenoot in Sydney en langs de oostkust, maar ook mijn beste vriend in Australie. Lars arriveerde vorige week woensdag in Melbourne, samen met Jorg, een vriend uit Duitsland met wie hij een week of wat eerder uit Sydney was vertrokken. Behalve Lars ben ik in St. Kilda nog tal van andere bekenden tegen het lijf gelopen, voornamelijk uit mijn Castle-tijd in Sydney, onder wie Liz en Phil.

Vanmiddag heb ik Lars en Jorg uitgezwaaid, toen ze via de Great Ocean Road op weg gingen naar Adelaide. De dagen daarvoor hebben we een ontzettend leuke tijd gehad, die we doorbrachten op het strand, in de pub en in het stadscentrum. Met Lars, Jorg en 2 andere mensen uit The Leopard House, Stephane uit Zwitserland en Sacha uit Brazilie, heb ik een paar dagen lang rondgehangen in de stad. We hebben het Chinese nieuwjaar gevierd in Chinatown en urenlang doorgebracht in de prachtige Royal Botanic Gardens. Zo ongeveer elke vlek op de kaart van Australie (en Nieuw-Zeeland) die iets denkt voor te stellen heeft Botanic Gardens, maar zo fraai als in Melbourne heb ik ze nergens gezien.

Alleen als het om sport ging, kwam het erop neer dat ik, zijnde sportliefhebber en voormalig sportverslaggever, alleen op pad moest. Ik ben in Albert Park geweest, waar over anderhalve week het Formule 1-seizoen van start gaat, en ben er over de finishlijn gerend. Ik ben in Melbourne Park geweest, waar vorige maand de Australian Open was, ik ben naar binnen geslopen in de Rod Laver Arena, en ik heb een bliksembezoek gebracht aan het olympisch stadion, centrum van de Spelen van 1956.

Hoogtepunt was de tour door de Melbourne Cricket Ground, het meest vooraanstaande sportstadion van Australie, dat behalve voor cricket ook voor Australian football wordt gebruikt. In de catacomben is een Olympic Museum en een Cricket Gallery, die is gewijd aan de beste Australische cricketers aller tijden, en dat zijn er nogal wat. Voor Rudy, die eindelijk iemand heeft om zijn cricketliefde meet te delen: ik sta op de foto naast het standbeeld van Victor Trumper, ik heb een replica van The Ashes gezien, en ik had een (voor een beginner alleszins aanvaardbare) score van 3 op 5 in de cricketquiz.

Toch laat ik mijn reis niet volledig door sport bepalen, want na de Australian Open in januari mis ik binnenkort ook de Grand Prix. Donderdag vertrek ik namelijk met de boot naar Tasmanie, waar ik de daaropvolgende 2 weken wil doorbrengen. Ik kom pas terug in Melbourne als de rookwolken al lang en breed weer zijn opgetrokken.

Ik kijk erg uit naar Tasmanie, omdat ik me heb laten vertellen dat het eiland erg veel op Nieuw-Zeeland lijkt. Ik heb een trip van een week geboekt en de resterende dagen ben ik in de hoofdstad, Hobart. Daar vier ik op 28 februari ook mijn verjaardag. Over iets meer dan een week al, het is moeilijk voor te stellen hoe snel de tijd hier gaat.

Morgen nog een keer naar het strand in St. Kilda om af te koelen in de zee; als het tenminste weer 30 graden is, zoals vandaag. Daarna zeg ik Melbourne voorlopig vaarwel.

Cheers,

Sven

++++++++++